het boek van de regelsOdM 1

Over jungle en zwaarden

Hijgend leunde ik tegen de door parasieten overwoekerde boomstam, te uitgeput om nog acht te slaan op giftige insecten. Het hart booste me in de keel en ook langdurig wrijven liet de vlekken voor mijn ogen niet verdwijnen. “Een marathon door een tropische jungle is ook niets voor een 98 jaar oude tovenaar” flitste het in een laatste vlaag van ironie door mij heen. Luid gehuil in het plantengewoel achter me bewees me dat mijn achtervolgers niet ver meer waren. Ik moest verder. De ruïnes van N’yaligopaäl moesten ergens voor mij liggen. Eéntje moet het halen, dat was ik aan mijn metgezellen verplicht. Blonde Tjarl, Dzadir met het stille mes, Gella de elfin en al die anderen … – allen slachtoffers van de moordende jungle en Mordors bloeddorstige gedrochten . Daar ! een overwoekerde grafsteen bewees dat de voormalige tempelstad niet ver meer kon zijn. Met de moed der wanhoop sleepte ik dit oude lichaam verder voort. De onderaardse gewelven van de stad konden een laatste redding betekenen. Mijn astrale energie was uitgeput. Iedere confrontatie zou mijn zekere dood betekenen. Links van me zag ik iets wat op een ingang leek en zo goed en zo kwaad als het ging spoedde ik mij in die richting.

Een plotselinge ruk aan mijn linkervoet bracht mij onaangenaam hard in contact met het groen-gele gewoel dat hier voor bodem doorging. Een achterbakse tentakelplant had me te pakken en begon nu zijn buit binnen te halen. Vastklampen had hier geen enkele zin meer.

Schuivend en rollend gleed ik langs de resten van een voormalig expeditielid die het kennelijk ook nèt niet gehaald had. Maar daar valt mijn blik op een tweehandszwaard dat naast het lichaam op de grond ligt. Met beide handen grijp ik het heft vast en concentreer me op een laatste beslissende uithaal richting tentakel…

HO HO HO! dreunt plotseling een stem uit de hemel boven me. “Magiërs mogen geen zwaarden gebruiken, en tweehandswapens al helemaal niet !“.

En wie heeft die onzin dan verzonnen?” steun ik in mijn wanhoop. – “Niets aan te doen, mijn ‘beste Uxatom; zo staat het nu eenmaal in de regels ! ” luidt het nogal onbevredigende antwoord.

Jammer dat ik mijn grafspreuk niet meer kan vaststellen“, flitst het nog door me heen: »Hier rust de oude Uxatom – gestorven in de tentakels van het Regelboek«.

Regelzaken en regelvragen

Kunnen tovenaars in geen enkel geval Zwaarden gebruiken ?

Bovenstaand verhaal geeft al aan dat de blindelingse opvolging Van Het Boek der Regels tot nogal onlogische situaties leiden kan. Uiteraard kunnen ook tovenaars met een zwaard toeslaan; ieder kind kan tenslotte een zwaard optillen en een slag uitvoeren. Het maakt echter wel degelijk verschil of je een wapen in de hand kunt houden of dat je er daadwerkelijk in een gevecht mee kunt omgaan !

Een tovenaar benut al vanaf zijn jeugd op de universiteit iedere beschikbare tijd voor zijn geestelijke vorming. Hij put zijn zelfvertrouwen uit zijn magische vaardigheden en beziet zijn hele leven vanuit de wisselwerking tussen de in hem heersende psychische en magische energieën. In zo’n leven is er voor lichamelijke vorming weinig plaats – laat staan voor de regels van de vechtkunst.

Een echte Aventurijnse tovenaar zal om deze reden nooit een zwaard omgorden als hij er voor een avontuur op uit trekt. Een tovenaar die zich met een zwaard of een kruisboog bewapent, heeft geen vertrouwen in zijn magische kracht en zal daarom weinig of niets van zijn astrale energie nuttig kunnen gebruiken. De beslissing om een zwaard of pijl en boog te gebruiken betekent dus tevens afstand te doen van de eigen magische krachten, met als eindresultaat een nieuwe loopbaan als doler of avonturier.

Een ander geval is het, wanneer een tovenaar in hoogste nood (om zijn eigen leven of dat van een vriend te redden) naar een zwaard grijpen mòèt. Zulke slechts in extreme noodgevallen voorkomende situaties kunnen het magische zelfvertrouwen van de tovenaar nauwelijks schaden en hij zal hier dan ook geen nadelige gevolgen van ondervinden.

In dit soort gevallen heeft een tovenaar een basisscore van AV: 6 en AW: 4 Bij tweehandswapens is dit zelfs AV: 5 en AV: 3. Dit is tevens de maximumscore die een tovenaar door zijn gebrek aan oefening zal verkrijgen. Enige uitzondering hierop zijn de twee klassieke tovenaarswapens dolk en staf, aangezien de omgang hiermee wèl op de universiteiten wordt geleerd.

NB: Bovenstaande regels gelden ook voor de Druïde. Echter, een Druïde die een ijzeren wapen in de hand neemt, zal voor een hele dag de beheersing over zijn magie verliezen.

Kunnen tweehandswapens alleen door strijders worden gebruikt ?

In het Boek van de Regels staat vermeld dat tweehandswapens alleen voorbehouden zijn aan strijders. Dit klopt uiteraard niet helemaal, want dat zou betekenen dat alleen strijders wapens zoals speren of kruisbogen kunnen gebruiken. Die moeten toch ook met twee handen worden gebruikt nietwaar? Zoals ook in Duitsland reeds is vastgesteld, moet deze regel veranderd worden in: “alleen strijders kunnen de speciale strijder-tweehandswapens gebruiken”. Dit zijn:

  • Bastaardzwaard
  • Tuzakmes
  • Rondrakam
  • Morgenster (*)
  • Strijdhamer (*)
  • Tweehandszwaard
  • Barbarenstrijdbijl
  • Dubbele Kunchomer
  • Ossenkudde

(*) = kunnen bij een minimale LK van 17 ook met één hand worden gevoerd.

Het is niet alleen maar een privilege dat deze wapens aan strijders voorbehouden zijn. Slechts een natuurlijke aanleg, langdurige oefening (bij voorkeur al in jonge jaren), en niet te vergeten een speciale training door een ervaren vechtmeester kunnen een dergelijke vaardigheid bij iemand aankweken. Pas dan zal het volle effect van een dergelijk slagwapen te merken zijn.

Natuurlijk kunnen ook niet-strijders in noodgevallen gebruik maken van zo’n strijder-tweehandswapen. Meestal zal dit pas dan gebeuren, wanneer er geen ander wapen ter beschikking staat. Men moet hierbij echter met de volgende zaken rekening houden:

  1. De meeste strijders zullen het als een belediging opvatten wanneer een niet-strijder met hun privilege breekt.
  2. De omgang met strijder-tweehandswapens is op latere leeftijd erg moeilijk te leren – vooral als men reeds een lichter éénhandswapen gewend is.

Voor het spel betekent dit: alle handicaps die voor strijder-tweehandswapens gelden, dienen voor niet-strijders te worden verdubbeld!

Bij de zogenaamde “exotische” wapens gelden de volgende scores:

  • Tuzakmes: AV -6 / AW -6
  • Ossenkudde: AV -7 / AW -9
  • Dubbele Lelie (*): AV -6 / AW -7

(*) = De Dubbele Lelie is géén strijderwapen. Het gebruik hiervan kan iedereen

in de stad Elenvina leren, mits hij bereid is het loon van 120 Dukaten aan de hem toegewezen vechtmeester te betalen en bovendien een jaar van zijn tijd kan missen. Als men dit er niet voor over heeft, met men de bovengenoemde aftrek op de koop toe nemen.

NB: Rondra-priesters kunnen als de ware krijgers onder de gewijden ook alle strijder-tweehandswapens zonder handicap benutten. Dat zij daarbij de voorkeur geven aan de Rondrakam, mag als vanzelfsprekend gelden.

Kan men het toestaan, dat een speler met al zijn wapens en uitrusting een jungle in gaat ?

Op zich kan men een dergelijke speler natuurlijk niet tegenhouden, maar het is zeker niet aan te raden. Dit geldt vooral voor de ijzeren wapenrusting, doordat deze de bewegingen in het dichte wirwar van planten sterk belemmerd en te snel als een soort oven gaat werken. Men kan dit samenvatten in de volgende regels:

  • De Behendigheids-handicap voor ijzeren BW wordt verdubbeld.
  • Per ijzeren BW-punt die de Held draagt, verliest bij 5 extra Uithoudingspunten per uur.

Als men dus persé een wapenrusting wil dragen, geniet leer of een gewatteerde wapenrok duidelijk de voorkeur.

Ook wat de wapens betreft is er het een en ander op te merken: Door de dichte begroeiing en het daardoor beperkte zicht zijn bogen en slingers niet het aangewezen wapen (overigens moet de elf of avonturier die niet constant met zijn boog achter takken blijft hangen nog geboren worden). Wat de handwapens betreft voldoen de scherpe slagwapens (sabel, zwaard, machete) veruit het best, als ze tenminste niet te lang zijn (tweehandswapens zijn dus niet aan te bevelen). Scherpe slagwapens kunnen bovendien zowel voor gevechten als voor het vrijmaken van een pad gebruikt worden, een niet te onderschatten voordeel…


Dit artikel verscheen eerder in de Aventurijnsche Bode nr.3 jaargang 2.
En werd geherpubliceerd vanwege een vraag op het Forum, Regels zijn regels of toch niet helemaal?

7 gedachten over “Over jungle en zwaarden

  • Sjon Noordhoek

    Dit is ongeveer wat ik bedoel.
    Hoe interpreteer je regels, in de logica dat een zwerver (ook niet geheel waar natuurlijk, dwergen kunnen dat wel, al is het dan een gewoon zwaard dat als tweehander gehanteerd word) geen tweehandswapens kan gebruiken is dan de vraag, zijt het onhandig , en weinig zal lukken, terecht!!! Je heb er niet de skills voor, in noodsituaties als het zo gebeurd, en de keus is of met blote handen vechten of een wapen…..

    Denk dat dit stukje duidelijk maakt dat jn een extreme situatie je handel en gaaf gevonden die stem uit de hemel 😂

    Beantwoorden
  • Ik heb dit nogal gezegd, Bob Schubert is een fantastisch iemand waar het de vroege jaren van ons aller OdM betreft. Het is spijtig genoeg al ettelijke jaren geleden dat ik hem nog ontmoette.
    De Aventurijnsche Bode was voor mij het allerbeste fanzine ooit. Altijd goed geschreven en met een prima kennis van de OdM-regels, tevens met een correcte spelling qua werkwoordvormen, iets wat tegenwoordig nogal eens (veel te) gauw onder de mat wordt gekeerd!

    Spijtig genoeg heb ik de Morgenster nooit gehad en Ed Doorn en zijn team nooit ontmoet.

    Beantwoorden
    • * … onder de mat wordt geveegd (en niet “gekeerd” uiteraard).

      Beantwoorden
  • Sjon Noordhoek

    @Gunter

    Van het team “Morgenster” is eigenlijk niemand meer actief binnen het OdM.
    Ed Doorn heb ik nog contact mee omdat het mijn neef is, maar ook dat is mondjes maat.
    Cor heb ik al verteld leef meer en meer in een schelp, Rinus is helaas overleden.
    In het begin was Ron Moreel ook betrokken bij De Morgenster, maar die schreef Midden-Aarde verhalen (als Dulín) en literatuur (waar mijn liefde voor het fantasy mee begonnen is, zijn eindeloze geduld om bv Tolkien of LeGuin uit te leggen, waren praatsessies op zich), ook met hem heb ik wel contact.
    Alleen Ed van As weet ik niet wat hij doe, er waren nog wel vermeldingen als Barbera en Luc deprater (of zoiets) die zo nu en dan bijlages leverde, wat die doen zalikook niet weten.
    Dit ter informatie, van Paul Koppens weet ik dat tot ergens in de jaren 00 ook het doek viel over de spelersgroep, ik zelf was gestopt ergens in de jaren 90 bij Cor te spelen.
    Wat privé redenen waren (mijn groep bestond uit twee van zijn dochters en zijn schoonzoon, een scheiding van één van hun en als gezegd over Cor dat het contact, ook tussen zijn kinderen en hem minder werd)
    Ik ben toen eerst overgeschakeld naar Middle Earth Roleplying (MERP), maar dat werd hem niet, om erna op Middle Earth TheWizards (Middle Earth Collectible Card Game = MECCG) te eindigen.
    Dat laatste speel ik nog, maar inmiddels ben ik ook weer een beetje zijt het nog solo met OdM weer begonnen.

    Beantwoorden
    • @Sjon: Luc Depraeter leverde cartoons/strips voor de Morgenster, geen artikels voor zover ik weet.

      Hij typte ook De Vier Ruiters des Doods voor de Palantir-scenariowedstrijd uit voor mij (want ik kon toen nog niet typen en had ook geen typmachine), en zorgde voor de tekening en plattegronden in het avontuur. Ook inhoudelijk voegde hij zaken toe.
      Hij schreef ook zelf een avontuur voor dezelfde wedstrijd, en werd tweede! 🙂 Zijn “Gerechtelijke Dwaling in Selem” verscheen in “Just Imagine” nummer 2. Ik heb dat nummer samen met De Vier Ruiters des Doods (Just Imagine 1) teruggevonden, en kan het ook wel eens scannen als daar interesse voor is.
      Ik leerde hem kennen toen een medespeler en ik in de Koksijdse boeken/strip/speelgoedwinkel bij het rollenspelmateriaal een kaartje ophingen waarop stond dat we nog spelers zochten. Hij deed toen net zijn legerdienst in Koksijde (luchtmachtbasis), bezocht die winkel (was al rollenspeler), zag ons kaartje en contacteerde ons. Omdat hij meestal niet zomaar uit de kazerne mocht, kwamen we dat jaar vaak bij hem in de kazerne (ontspanningsruimte) spelen. Moesten we als tienerjongens van 14-16 elke keer weer aan de soldaat van wacht uitleggen voor wie en waarvoor we daar kwamen. Verwarde en niet-begrijpende blikken waren ons deel, maar na soms wat gepruttel kregen we een bezoekersbadge en mochten binnen. Nog meer onbegrijpende blikken bij zijn adjudant en de andere miliciens, maar uiteindelijk hebben we daar toch maar mooi o.a. “Die Verschwörung von Gareth” gespeeld (eigenlijk “Le Tournoi des Félons” : het was de Franse versie, wegens toen nog onvoldoende kennis van het Duits bij ons allemaal). En de eerste kennismaking met Warhammer Fantasy Roleplay en Battle gehad. Ook het manuscript van De Vier Ruiters des Doods werd daar met een typmachine van het Belgische leger uitgetikt. 🙂
      Na zijn legerdienst hadden we nog contact, maar dat verwaterde toen ik in Gent ging studeren. Nu hebben we sporadisch via chat contact. Hij speelt geen OdM meer, maar is wel nog rollenspeler en vooral met virtual reality bezig.

      Beantwoorden
      • Sjon Noordhoek

        Ik ging de namen af die in de colofoon van het blad stonden.
        Als je zo hier en daar lees zalje ongetwijfeld meer niet “Morgenster- spelers” tegen komen die iets schreven, maar Luc kreeg een vermelding als redacteur.

        De samenstelling zelf veranderde vaak, ik heb het wel eerder vermeld denk ik, de basis waren Rinus en Cor, zij zetten waar het hierom draait op. Ik b.v. was heel betrokken bij de eerste opzet, mijn telefoonnummer (hey was in 1985 of zo) staat vermeld en de eerste twee type machines kwamen van mij, onderling betaalde we alles, dus de duitse avonturen en de ausbau werd onderling gelapt.
        Dat was wat Cor de ‘die hards’ noemde, Peter, Ed Doorn, Andreas, Aad, Herman, Sylvia, Marcel, Miranda, Stefan, Irma, en vooral niet te vergeten Ron (die de midden-aarde en literatureluurs artikelen schreef).
        Paul en Ed van A kwamen wat later erbij, wat vooral met aanschaffen van DSA ten goede kwam.
        Barbera natuurlijk, zij was een los vast iemand (had geloof ik een eigen groep) en de bij mij onvolprezen Spelergroep Schiedam, waar ik een tijdje na de Morgenster nog actief bent geweest.

        Toch is de vaste kern van het blad Rinus en Cor geweest. Met natuurlijk Ed D toen hij ook zijn vaste plek kreeg als redacteur in nam (hij was vooral naast stukken als Dit Is Het Spel ook de man waar we Warhammer RPG mee speelde en hij besteden daar ook veel aandacht aan, naast de inmiddels hier gepubliceerde Morgenster avonturen)

        Voor mij allen unsing heroes….

        Beantwoorden
        • Sjon Noordhoek

          dbij Ed moest nog komen te staan corrector, hij las alles na, verbeterde het en was eindverantwoordelijk hoe de latere lay-outs tot jullie kwamen.

          Beantwoorden

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *